Wat vertel ik? Wat wil ik kwijt?

Josien spreek ik in haar keuken. Haar hondje begroet mij enthousiast. Het hondje heeft haar geholpen de afgelopen periode, naar buiten gaan, met hem wandelen in het groen dat helpt. Het zorgt ervoor dat Josien zich niet helemaal geïsoleerd heeft, want voor boodschappen is het niet meer nodig om naar buiten gaan, alles kan worden bezorgd.

Josien zit in een werkfit traject van het UWV. Zij is nog niet helemaal hersteld. In zo’n werkfit-traject moet je niks. Slaappatroon en activiteitenpatroon worden goed bekeken. Dat traject geeft ruimte. Josien heeft in de GGZ gewerkt als projectmanager, ze pakt altijd alle kansen.

Welk gedrag heeft je in de problemen gebracht?

‘Door altijd veel te veel voor anderen te zorgen en te weinig voor mijzelf. Altijd maar door rennen. Mijn vader was ziek, hij woonde in Maastricht, ik was mantelzorger. Ik was 40 uur per week aan het werk en had de zorg voor mijn vader. Ik voelde mij heel verantwoordelijk. Toen mijn vader in een verpleeghuis werd opgenomen, toen viel ik om. Mijn geheugen doet het nog niet zo goed. Ik ben vaker overbelast geweest in mijn hele loopbaan. Mijn geheugen was altijd het eerste wat mij in de steek liet.’

Welke stappen heb je gezet om het verhaal over je klachten te delen?

‘Voor mijn eerste burn-out was ik altijd heel erg gesloten. Toen ik nog een aantal keer mentale klachten kreeg, ben ik opener geworden. Die openheid heeft mij niet alleen goeds gebracht. Ik heb misschien een vergissing gemaakt door in de organisatie, waar ik als laatste heb gewerkt, tè open te zijn. Ik vertelde dat ik helemaal gek werd in kantoortuinen, daar kan ik mijn stukken niet uitwerken. Ik mocht dat zeggen, maar er werd niet gezocht naar een oplossing.

Storytelling is één van de dingen die belangrijk is. Goed kijken wat vertel je, wat is relevant voor je werkgever. Het is wel goed om ook de achterliggende stoornis te vertellen, in mijn geval ADD. Ik heb zelf ook scripts gemaakt met mensen, wat zeg je wel, wat zeg je niet. Je denkt dat je je altijd moet verklaren, maar dat hoeft niet. Ik had zelf een aantal scripts in mijn hoofd. Ik moet niet de diepte ingaan, was mijn boodschap. Ik hoef niet voor de ander alles uit te leggen.

Dit script nam ik mee toen ik op zoek ging naar vrijwilligerswerk. Wat wil ik kwijt? Ik wil vrijwilligerswerk gaan doen. Wat vertel ik? Ik ben aan het re-integreren dus wil ik vrijwilligerswerk gaan doen want ik heb een burn-out gehad. Wat heb ik nodig? Ik heb de neiging om alles wat ik vastpak te gaan doen, want dat vind ik leuk. Ik heb daarom iemand nodig die mij remt. Ik heb geen interne rem, dus dat moet ik extern regelen. Ik accepteer nu “zou je dat wel doen”. Ik zie overal kansen, als ik alles wat ik zie en wat beter kan ga roepen, dan krijg ik ook heel veel werk op mij af. En daar heb ik nu niet zoveel energie meer voor.’

Wie zijn je jeugdhelden?

‘Ik ben in Zuid Afrika opgegroeid, de eerste 9 jaar van mijn leven. Ik was als kind erg onder de indruk van de scheiding tussen blank en zwart, dat vond ik raar. Het dochtertje van onze hulp wilde niet met mij in het zwembad zwemmen. Dan werd het zwembad vies, want zij was zwart en dan werd het water vies. Ik vond dat zo naar, dit heeft zoveel indruk op mij gemaakt. Opkomen voor mensen, iedereen moet gelijk zijn, is sindsdien mijn leidmotief. Als ik kijk naar de keuze van mijn vriendschappen, dan koos ik altijd mensen die een beetje buiten de boot vielen. Ook in de muziek sprak mij dat aan.

Mijn oma was ook belangrijk voor mij, je kon alles aan haar vertellen en ze oordeelde niet. Mijn zus was 7 jaar ouder en die blowde, mijn oma was daar niet van onder de indruk, dat doen jongeren gewoon. Ik wilde zo later ook zijn. Helaas oordeel ik zelf wel. Ik doe mijn best om het niet te doen. Het helpt haar als voorbeeld te nemen zodat ik ook niet over mijzelf oordeel.’

Wat is je favoriete verhaal?

‘Er is één verhaal, Waterschapsheuvel. Ik was daar heel erg van onder de indruk. Ik had het boek ook gelezen, de film al eerder in het buitenland gezien. Er was dreiging en ze moesten zich samen zien te redden. En dat is ook gelukt.’

Nieuw verhaal

‘Lastig, het verhaal van vroeger, ik moet de redder zijn. Verhaal van nu, er kunnen heel veel redders zijn.’

Tip voor andere mensen die in de mentale kreukels zitten

‘Bedrijfsartsen moeten niet te veel beschermen, maar ook vragen aan de klant wat heb je nodig. De kern is vaak dat de bedrijfsarts de medewerker beschermt, dat is ook heel fijn voor de cliënt. Dit hangt samen met de privacywet. Maar een oplossing met elkaar bedenken zoals, een noise-cancelling koptelefoon, soms thuis werken dat helpt ook heel goed. Een bedrijfsarts zegt vaak, neem maar 6 weken rust. Dat is een goed advies, maar een nog betere vraag is, hoe zou je willen dat het er over 6 weken rust uitziet? Dit helpt de cliënt om te kijken naar zijn perspectief op de lange termijn.

Een psychische aandoening is een continuüm. Je beweegt heen en weer op een continuüm, het is een glijdende schaal, je bent niet altijd depressief, manisch of overbelast. Je kan dat zien op een liniaal, aan de ene kant is het groen, de andere kant is rood. Als je in oranje zit kan je nog voorkomen dat je in rood komt. Het is een handige manier om regelmatig even te checken hoe het met je gaat. Dit soort methodieken introduceren is passend vanuit de preventie-kant, dat past binnen het vak van de HR-functionaris.

Elkaar leren te bevragen in het werk, gaat het goed met je, waar sta je nu? Een vriendin van Josien werkt bij een bouwbedrijf. Daar hebben ze de afspraak als je binnenkomt pak je een Nickname van jezelf en je plakt deze op een bord. Op dat bord staan verschillende stemmingen, boos, blij, chagrijnig, bang, moe. Aan het einde van de week gaan ze met het team bij het bord staan en kijken, hoe deze week eruitzag. Dit helpt om emoties bespreekbaar te maken.’